Gebouwschade
Schade aan een gebouw als gevolg van bodemdaling door gaswinning kan in theorie op 2 manieren ontstaan:
1) Direct door scheefstand
Gebouwschade ontstaat alleen als een gebouw scheef komt te staan als gevolg van ongelijkmatige zakking. Als gevolg van bodemdaling door gaswinning bedraagt de scheefstand momenteel minder dan 0,1 mm over een gevel van 10 m. Gezien de zeer geringe scheefstand als gevolg van bodemdaling door gaswinning kan dit niet de oorzaak zijn van zichtbare verzakking van gebouwen en de daarmee gepaard gaande schade.
2) Indirect door grondwaterstandsveranderingen
Bodemdaling door gaswinning heeft voornamelijk gevolgen voor de waterhuishouding. Indien geen maatregelen getroffen worden zal, door het dalen van de bodem, de waterstand in sloten, meren en kanalen stijgen t.o.v. maaiveld zodat vernatting ontstaat. Om dit te voorkomen is een groot aantal maatregelen getroffen om de waterstand zoveel mogelijk mee te laten zakken met de bodemdaling. Bij grote watersystemen is dat niet altijd mogelijk omdat er verschillen in bodemdaling zijn. Hier door kan lokaal een geringe verhoging of verlaging van de waterstand optreden. Een verlaging van de waterstand t.o.v. maaiveld kan leiden tot ongelijkmatige zakking van de bodem waardoor schade zou kunnen ontstaan. In gebieden waar dit aan de orde zou kunnen zijn (o.a. Eenrum, Mensingeweer en Oude Pekela) zijn onderzoeken uitgevoerd door Deltares. Zij concluderen dat de opgetreden peilverlagingen ''als toelaatbaar kunnen worden beschouwd''.
Opgemerkt wordt dat er in het verleden ook om andere redenen dan de aardgaswinning peilveranderingen zijn doorgevoerd. Deze historische peilveranderingen kunnen een oorzaak zijn van ongelijkmatige zakking van gebouwen en tot schade hebben geleid.
Ondiepe bodemdaling en schade aan gebouwen
Naast bodemdaling door gaswinning daalt de bodem in Groningen ook als gevolg van het inklinken/zetten van ondiepe klei- en veenlagen. Deze processen in de bovenste meters van de bodem zijn over het algemeen de oorzaak van verzakking van funderingen. Door het gewicht van het gebouw kunnen klei- en veenlagen worden samengedrukt. Als veenlagen boven de grondwaterspiegel voorkomen kan het veen oxideren door de in de bodem aanwezige zuurstof. Hierdoor zullen de ondiepe bodem en daarop gefundeerde gebouwen langzaam verzakken. Het inklinken/zetten van ondiepe klei- en veenlagen is over het algemeen ook de oorzaak van verzakking van op zandbed gefundeerde vloeren, terrassen en opritten. Klik hier voor meer uitleg en achtergronden over o.a. zakkingsverschillen en schade aan gebouwen.
Onderzoek gebouwschade
Er is uitvoerig onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van de bodemdaling door gaswinning op gebouwen. Meer informatie vindt u hier.
Afhandeling gebouwschade door bodemdaling
Per 1 juli 2020 wordt schade aan gebouwen en objecten als gevolg van aardbevingen en bodemdaling door de gaswinning afgehandeld door het IMG. Gebouwschadeclaims van partijen die voor 1 juli 2020 zijn toegetreden tot de Overeenkomst Groningen-NAM worden zoals voorheen afgehandeld door de Commissie Bodemdaling.