Ongelijkmatige bodemdaling
Door
Sweco is onderzoek verricht naar het optreden van ongelijkmatige bodemdaling in
landbouwpercelen. Op twee locaties in het gaswinningsgebied is een aantal
percelen uitgebreid onderzocht. De ondiepe bodem op één van de locaties is
opgebouwd uit klei op veen. Op de andere locatie bestaat de ondiepe bodem uit
klei.
Uit
het onderzoek komt naar voren dat ongelijkmatige bodemdaling wordt veroorzaakt
door slootdemping, drainage, peilbeheer, oxidatie en krimp van veen en door
samendrukking van ondiepe bodemlagen.
Gaswinning
wordt niet gezien als oorzaak van ongelijkmatige bodemdaling. De bodemdaling
door gaswinning wordt veroorzaakt door de samendrukking van de gashoudende laag
op 3 km diepte. Aan maaiveld ontstaat hierdoor een zeer gelijkmatige
bodemdalingskom. Verschillen in bodemdaling door gaswinning op perceelsniveau
zijn met het blote oog niet waarneembaar (minder dan 1 cm).
Ongelijkmatige
bodemdaling als gevolg van aardbevingen lijkt op basis van de huidige
wetenschappelijke inzichten niet aannemelijk. Dit wordt bevestigd door
het ontbreken van typische fenomenen die
samenhangen met verweking van de ondergrond. Het
onderzoeksrapport van Sweco is in geanonimiseerde vorm hier te downloaden.
Aanvullend onderzoek
Op één van de onderzochte percelen, waar geen eenduidige verklaring was voor de waargenomen ondieptes in het maaiveld, is aanvullend onderzoek gedaan. Op dit perceel is de vlakteligging van 5 drains gemeten. Uit de metingen blijkt dat de drains niet verzakt zijn en dat er geen relatie is met ondieptes in het maaiveld ter plaatse. De oorzaak van de ondieptes in het maaiveld ligt dus tussen het drainniveau en het maaiveld. De gaswinning kan derhalve worden uitgesloten als mogelijke oorzaak van de betreffende ondieptes in het maaiveld. Het rapport van het drainonderzoek is hier te downloaden.